Een juridische vraag waar een rechterlijke procedure over was gestart. Want wat is hier eigenlijk het antwoord op? Onze jurist legt aan de hand van een recent voorbeeld uit hoe dit op arbeidsrechtelijk gebied zit.
Een voetbalclub had voor de seizoenen 2012-2013 en 2013-2014 een arbeidsovereenkomst gesloten met een (amateur)voetballer. In de overeenkomst stond een nettosalaris per maand van € 625,- resp. € 750,-.
De voetballer neemt daar echter geen genoegen mee. Volgens hem heeft hij recht op een hoger salaris. Hij beroept zich daarbij op 2 bierviltjes waarop hogere handgeschreven bedragen stonden. De bierviltjes waren voorzien van twee handtekeningen: 1 van de voetballer en 1 van de technisch directeur van de sportclub.
Volgens de voetballer blijkt uit de bierviltjes dat hij voor de betreffende seizoenen jaarsalarissen had afgesproken van € 14.500,- resp. € 13.000,-. Een deel daarvan zou “zwart” betaald worden en een deel “wit”. Alleen het “witte” deel zou volgens hem zijn opgenomen in de arbeidsovereenkomsten.
De voetballer vordert vervolgens achterstallig loon (van het “zwarte” deel). De rechtbank wijst de vordering van de voetballer grotendeels toe, maar de voetbalclub gaat daarna in hoger beroep.
Het Hof stelt voorop dat de technisch directeur bevoegd was om salarisbesprekingen te voeren. De voetballer mocht er dan ook op vertrouwen dat de technisch directeur bevoegd was om salarisafspraken te maken.
De technisch directeur van de voetbalclub betoogt vervolgens dat de bedragen op de bierviltjes geen salarisafspraken waren, maar slechts (bruto) salaris𝙬𝙚𝙣𝙨𝙚𝙣 van de voetballer. De voetbalclub laat daarover een aantal mensen getuigen.
De meeste getuigen konden zich echter nog maar weinig herinneren van de gang van zaken en maakten dus niet echt een goede indruk. Laat staan dat zij het eerder door de voetballer geleverde bewijs konden ontkrachten (waaronder een verklaring van een oud-team genoot die bij het ondertekenen van het contract van seizoen 2013-2014 aanwezig was geweest en zich nog herinnerde dat destijds was toegezegd dat € 4.000,- contant werd betaald).
Uiteindelijk geeft ook het Hof de werknemer gelijk. De voetballer had recht op betaling van het achterstallige (zwarte) gedeelte van het loon (€ 11.000,- in totaal), dat met 15% werd verhoogd. Ook de buitengerechtelijke kosten, proceskosten én kosten voor de ingeschakelde handtekeningendeskundige kwamen voor rekening van de voetbalclub.
Een duur bierviltje dus! Het zal voor zich spreken dat wij niet aanraden om op deze manier afspraken te maken. Voor je het weet ben je een dure procedure incl. handtekening-onderzoek en getuigenverhoren verder.
Zorg daarom dat je gemaakte afspraken op de juiste wijze op papier zet. Uiteraard helpen wij daar graag bij. Dat kan bij arbeidsovereenkomst, maar bijvoorbeeld ook bij (ver)huur, (ver)koop, aanneming van werk, overeenkomst van opdracht of algemene voorwaarden. You name it.