Het advies van de overheid luidt nog steeds: werk zoveel mogelijk thuis. Tot 1 september 2020 blijft thuiswerken dan ook hoogstwaarschijnlijk de regel. Dat roept de volgende vraag op: kunnen werknemers daar rechten aan ontlenen? Met andere woorden: kan een werknemer zich op basis van het overheidsadvies beroepen op een “recht op thuiswerken”? De rechtbank Gelderland heeft op 16 juni jl. over deze interessante vraag vonnis gewezen. Wij bespreken het oordeel van de rechtbank.
De zaak gaat over een medewerkster van een keukenbedrijf. Op 15 maart 2020 deelt de werkgever mede dat in verband met het coronavirus tot nader order door alle medewerkers (met uitzondering van enkelingen) wordt thuisgewerkt. Op 6 mei 2020 roept de werkgever vervolgens alle medewerkers op om weer op de zaak te komen werken. De werkgever had een aantal maatregelen getroffen om te zorgen voor een veilige werkomgeving voor het personeel.
Diezelfde dag vond ’s avonds een persconferentie plaats, waarin onder andere werd benoemd dat er tot september 2020 zo veel mogelijk dient te worden thuisgewerkt. De volgende dag, 7 mei 2020, verstuurt de medewerkster daarom een e-mail aan haar werkgever. De medewerkster vraagt of de werkgever naar aanleiding van de persconferentie terugkomt op haar e-mail waarin zij iedereen weer heeft opgeroepen om op kantoor te verschijnen. De werkgever ziet daar echter geen aanleiding toe en stelt zich op het standpunt dat de medewerkster redelijke opdrachten en instructies van de werkgever, zoals het verschijnen op de werkplek, moet opvolgen.
De medewerkster laat het er niet bij zitten en start een kort geding procedure bij de rechtbank. De medewerkster vordert dat zij tot 1 september 2020 thuis mag werken. Volgens de medewerkster handelt de werkgever namelijk in strijd met goed werkgeverschap, haar instructiebevoegdheid, het overheidsadvies en de op de werkgever rustende zorgplicht. De medewerkster voert verder aan dat zij de social distancing regels in haar privéleven heel serieus neemt en dat zij op haar werk heeft ervaren dat haar collega’s dat niet (goed) deden.
De rechtbank oordeelt dat er geen sprake is van een schending van goed werkgeverschap, instructiebevoegdheid en/of zorgplicht. De rechter stelt daarbij voorop dat de werkgever in kwestie passende maatregelen had getroffen om een veilige werkplek te waarborgen. Daar komt bij dat de werkgever had beargumenteerd dat het noodzakelijk was dat de werknemers fysiek aanwezig zijn op de werkplek. Zo moesten er pakketten worden aangenomen en bestellingen worden verwerkt en verstuurd. Werkzaamheden waarbij korte lijnen voor werkgever en naaste collega’s van groot belang was. Vervolgens overweegt de rechtbank het volgende: “Het zeer algemeen geformuleerde overheidsadvies over zoveel mogelijk thuis werken grijpt niet zo ver in op deze specifieke rechtsverhouding dat [eiser] daaruit een ‘recht op thuis werken’ kan putten.”
Kortom: het overheidsadvies dat zoveel mogelijk moet worden thuisgewerkt, betekent volgens de rechtbank Gelderland niet dat een werknemer daar een “recht op thuis werken” aan kan ontlenen. Goed nieuws dus voor werkgevers!
De jurisprudentie over het coronavirus breidt zich langzaam maar zeker steeds verder uit. Heb jij onze blog over huur betalen in coronatijd al gezien? Je leest hem hier. Of wil je weten wat de rechtbank Amsterdam vond van een werkgever die i.v.m. de coronacrisis eenzijdig besloot tot een halvering van het salaris van al zijn personeel? Klik dan hier.
Heb je een juridische vraag of een probleem op juridisch vlak? Neem dan gerust contact met ons op via info@felix.nl of 038 – 333 75 74. Wij denken graag met je mee!