De rechtbank Overijssel heeft een interessante uitspraak gedaan over persoonlijke aansprakelijkheid van een bestuurder i.v.m. het treffen van een betalingsregeling met een schuldeiser. Een samenvatting:
Bedrijf A is actief in de installatiewereld. A verricht installatiewerkzaamheden voor bedrijf B.
Bedrijf B is een BV. C is een natuurlijk persoon en enig aandeelhouder & bestuurder van B.
A verstuurt op een gegeven moment facturen aan B voor de gedane werkzaamheden (ter grootte van ca. € 50.000,-).
De facturen die A heeft gestuurd, worden echter maar niet door B betaald. Naar aanleiding daarvan vinden diverse contacten plaats tussen C en A. In die contacten doet C namens B diverse beloftes, zoals:
“Ik wil je op het hart drukken dat je van mij altijd je geld zult krijgen ondanks dat het wat langer duurt maar betaald gaat er worden…..ik neem mijn verantwoordelijkheid altijd.”
Vervolgens treft C namens B uiteindelijk een betalingsregeling met A, maar deze regeling wordt niet nagekomen.
In diezelfde periode had B nog een rechtszaak lopen met een andere partij (Y). B heeft die zaak uiteindelijk gewonnen, waardoor Y ca. € 70.000,- aan B moest betalen.
Van die € 70.000,- heeft B echter nooit één euro gezien, want Y is een halfjaar na de uitspraak van de rechter failliet verklaard. Enkele maanden daarna, heeft óók B zich uitgeschreven bij de KvK en is bedrijf B opgehouden te bestaan (d.m.v. een turbo liquidatie).
A vindt wat van deze gang van zaken en stapt naar de rechter. Volgens A is C als (ex)bestuurder van B aansprakelijk voor de schade ontstaan door de onbetaald gelaten facturen. Ook vindt A dat persoon C zich door zijn beloftes persoonlijk heeft verbonden om de openstaande facturen te betalen.
C verweert zich en geeft o.a. aan dat hij er altijd vanuit ging dat hij het bedrag van € 70.000 kon incasseren op Y. Daarvan zou hij dan die € 50.000,- aan openstaande facturen betalen. Maar omdat Y failliet ging, is B in erge liquiditeitsproblemen geraakt en kon zij haar schuldeisers niet meer betalen.
De rechtbank geeft A gelijk. Volgens de rechtbank was de algehele financiële situatie van B ten tijde van het treffen van de betalingsregeling al bijzonder slecht. C had zich als bestuurder op dat moment al moeten realiseren dat een faillissement van B eigenlijk onomkeerbaar was. Door in die omstandigheden tóch een regeling te treffen, heeft C onrechtmatig gehandeld en dus is hij persoonlijk aansprakelijk.
Les voor de praktijk: verkeert jouw BV in financieel zwaar weer, tref dan niet zomaar betalingsregelingen. Win eerst juridisch advies in of dat in jouw situatie wel of niet verstandig is! Meer weten wat voor jou slim is? Vraag ons info@felix.nl eens!