Geldt het MRB-kwarttarief ook voor een multifunctionele vrachtauto?

De regeling voor het kwarttarief geldt ook voor vrachtauto’s die voor niet-beroepsmatig vervoer van sportpaarden wordt gebruikt. Is de vrachtauto een multifunctioneel ingerichte vrachtauto, dan kan de mogelijkheid voor het personenvervoer betekenen dat de auto fiscaal wordt gezien als een personenauto.

Dat kan heel nadelig uitpakken voor de bpm-heffing en het tarief van de wegenbelasting. Voor multifunctionele voertuigen geldt echter een goedkeurende regeling dat de auto toch als vrachtauto aangemerkt blijft als het gedeelte van de laadruimte dat is ingericht voor het vervoer van personen, niet meer dan 50% bedraagt van de lengte die de laadruimte zou hebben zonder voorzieningen voor het verblijf en de overnachting van personen. De multifunctioneel ingerichte vrachtauto blijft vooral ingericht voor het vervoer van de paarden en dat de inrichting voor andere doelen is, is daaraan dan ondergeschikt.

De exacte voorwaarden uit het zogenaamde kaderbesluit bpm

a) Het gedeelte van de laadruimte dat is ingericht voor het vervoer van personen bedraagt niet meer dan 50% van de lengte die de laadruimte zou hebben zonder voorzieningen voor het verblijf en/of de overnachting van personen. Ruimtes ingericht met douche en/of toilet worden in dit verband gerekend bij het gedeelte dat is ingericht voor het verblijf van personen. Als er tussen de bestuurderscabine en het gedeelte van de laadruimte dat is ingericht voor het vervoer van personen geen vaste wand bestaat, geldt het volgende: voor het bepalen van de lengte van de laadruimte wordt ervan uitgegaan dat de laadruimte van de cabine is afgescheiden door middel van een fictieve vaste wand die 115 cm achter het achterste punt van het stuurwiel is geplaatst;

b) Het gedeelte van de laadruimte dat is ingericht voor het vervoer van dieren of goederen mag uitsluitend voorzieningen bevatten die zijn gerelateerd aan dat vervoer. Als het desbetreffende gedeelte van de laadruimte eveneens wordt gebruikt voor het onderhoud van de te vervoeren lading, mogen de daarvoor benodigde voorzieningen zijn aangebracht. Deze twee gedeelten van de laadruimte hoeven niet te zijn afgescheiden door een vaste wand;

c) Er mogen geen personen worden vervoerd in het gedeelte bestemd voor het vervoer van dieren of goederen; en

d) Het motorrijtuig heeft een toegestane maximummassa van meer dan 3.500 kg.

Boekje Paard & Fiscus

Deze en nog 49 juridische & fiscale vragen vind je in het boekje ‘Paard & Fiscus’. Benieuwd? Vraag het aan.