Centrale Raad van Beroep maakt korte metten met standpunt UWV bij compensatie transitievergoeding slapende dienstverbanden

Gisteren heeft de Centrale Raad van Beroep een belangrijke uitspraak gedaan over de compensatie van transitievergoedingen bij slapende dienstverbanden. Het gaat dan om de situatie waar een werknemer vóór 1 juli 2015 twee jaren ziek is geweest, vervolgens het dienstverband door de werkgever slapend is gehouden en later alsnog is beëindigd (bijvoorbeeld via een vaststellingsovereenkomst).

Het UWV stelde zich op het standpunt dat werkgevers in die gevallen geen compensatie van de transitievergoeding konden krijgen. De Centrale Raad van Beroep heeft op 1 juni jl. echter korte metten gemaakt met dit standpunt van het UWV. Wij lichten de uitspraak graag verder toe én vertellen je in welke gevallen je als werkgever mogelijk alsnog compensatie kunt krijgen.

Standpunt van het UWV

Aanleiding van de uitspraak was de stelling van het UWV dat werkgevers in dergelijke gevallen € 0,- compensatie van de transitievergoeding krijgen. Het UWV stelde zich daarbij op het standpunt dat vóór 1 juli 2015 sowieso nog geen transitievergoeding betaald hoefde te worden bij het beëindigen van een arbeidsovereenkomst. Het recht op een transitievergoeding bij ontslag is namelijk ‘pas’ op 1 juli 2015 ontstaan door invoering van de Wet werk en zekerheid.

Onvrede bij werkgevers

Dit standpunt van het UWV leidde vanzelfsprekend tot veel onvrede bij werkgevers. Sinds 1 januari 2020 kunnen werkgevers immers bij het UWV om compensatie vragen van betaalde transitievergoedingen. Dit kon óók voor oude gevallen. Werkgevers die het UWV om compensatie vroegen voor een slapend dienstverband die bijvoorbeeld in 2018 was beëindigd en waarbij de 2 jaren ziekte al vóór 1 juli 2015 vingen echter bot bij het UWV, want: € 0,- compensatie.

Centrale Raad van Beroep: standpunt UWV is onjuist

Gisteren heeft de Centrale Raad van Beroep korte metten gemaakt met dit standpunt van het UWV. De uitleg van het UWV is volgens de Raad te beperkt en bovendien strijdig met het doel van de compensatieregeling: het stimuleren van werkgevers om dienstverbanden van langdurig zieke werknemers niet langer slapend te houden.

Kortom: het UWV moet alsnog de transitievergoeding compenseren. Het compensatiebedrag is overigens nooit hoger dan de wettelijk verschuldigde en door de werkgever betaalde transitievergoeding.

Gevolgen voor werkgevers: kom jij alsnog in aanmerking voor compensatie?

Ben jij werkgever en heb jij een langdurig zieke werknemer (gehad) die vóór 1 juli 2015 al twee jaar ziek was en waarvan het dienstverband later (alsnog) is beëindigd? Dan heb je mogelijk alsnog recht op compensatie van de betaalde transitievergoeding. Neem gerust contact met ons op via 038 333 75 74 of info@felix.nl. Wij denken graag mee wat er in jouw situatie mogelijk is.