De mobiliteit van je medewerkers is een belangrijk onderdeel van je totale arbeidsvoorwaardenpakket. Niet alleen om het voor het werk zelf vaak belangrijk is om het vervoer goed geregeld te hebben, maar ook omdat bijvoorbeeld een auto van de zaak of een reiskostenvergoeding door de medewerker als een belangrijke secundaire arbeidsvoorwaarde wordt gezien. We hebben een vijftal praktische tips voor je op een rijtje gezet.
De inrichting van je totale mobiliteitsplaatje begint met een goede oriëntatie op de wensen en mogelijkheden. Naast de budgettaire vraag is het daarbij ook heel belangrijk om goed in kaart te brengen welke vervoersbehoeften er zijn. Deze zet je vervolgens af tegen de mogelijkheden. Waar een fiets van de zaak bij een bepaalde woon-werkverkeerafstand bijvoorbeeld niet goed past, zou een elektrische fiets ineens wel kunnen passen.
Ga bij het invullen van je totale mobiliteitspakket ook na welke flexibiliteit je wenst. Een mobiliteitsbudget waarbinnen je medewerkers kunnen kiezen uit diverse alternatieven kan een goed idee zijn. En ook binnen zo’n mobiliteitsbudget kan een vaste auto van de zaak -als je dat als werkgever wilt- nog steeds tot de mogelijkheden behoren. Maar een combinatie van een private leaseauto met een declaratie van de zakelijke kilometers zou ook heel goed kunnen passen. En mogelijk kun je hier nog “vrije ruimte” van de werkkostenregeling voor inzetten.
De ontwikkeling van elektrische auto’s staat niet stil. Veel elektrische auto’s hebben vandaag de dag een actieradius die ook grotere ritten mogelijk maakt. De elektrische auto levert je bovendien een mooi aantal fiscale voordelen én lagere verbruikskosten op. Voor de berijder is zo’n auto door de lage bijtelling ook erg aantrekkelijk.
Zet je zakelijke auto’s in en vraag je aan je medewerkers een eigen bijdrage in de kosten, dan kun je ervoor zorgen dat deze eigen bijdrage bij je medewerkers fiscaal aftrekbaar is. Mits goed ingeregeld, is zo’n eigen bijdrage voor privégebruik aftrekbaar van de bijtelling.
Mogelijk heb je zakelijke auto’s die niet privé gebruikt worden. Dat zou bijvoorbeeld bij bestelauto’s het geval kunnen zijn. Maar ook bij personenauto’s komt het regelmatig voor dat berijders met een rittenregistratie de bijtelling willen voorkomen. In beide situaties kun je je fiscale risico’s als werkgever via goede vastlegging van een ‘Verklaring geen privégebruik’ of ‘Verklaring uitsluitend zakelijk gebruik bestelauto’ beperken. En wist je dat je met zo’n ‘Verklaring uitsluitend zakelijk gebruik bestelauto’ niet eens een rittenregistratie hoeft bij te houden?
Wil je hulp bij het samenstellen van jouw mobiliteitspakket? Wij helpen je graag.